Studentenparticipatie – Verleden, heden maar vooral de toekomst
Een bevoorrechte getuige van de studentenverenigingen, zo voel ik me. Hoe we aan de UGent de studentenverenigingen zich in alle vertrouwen laten organiseren, is een unicum in het Vlaamse Hoger Onderwijs.
En dat ze dat vertrouwen meer dan waard zijn, maken onze studentenverenigingen en konventen – daarin begeleid en ondersteund door de studentenbeheerder en haar / zijn team in de Dienst Studentenactiviteiten – elk jaar opnieuw waar. Het engagement dat de studenten in de praesidia opnemen, de gevarieerde waaier aan georganiseerde activiteiten, de soms levenslange vriendschappen die er ontstaan, de oprechte zorg en aandacht die er aan de dag wordt gelegd, … kortom studentenverenigingen vormen voor vele studenten hun tweede familie; hun gezin in het Gentse.
Zelf kan ik er van meespreken. Even een sprong terug in de tijd. In het academiejaar 1967-1968 organiseerde het praesidium van het WNK, de Wis- en Natuurkundige Kring (nu WiNA) een T-Dansant. Een groepje vriendinnen van de studentenkring Romania (nu Filologica) belandde op die T-Dansant. En wellicht kan je het vervolg wel raden. De vicepraeses van het WNK leerde één van de studentes kennen en vandaag – 57 jaar later - zijn beiden nog steeds getrouwd; ze hebben 7 kinderen en 19 kleinkinderen. Eén van die 7 ben ik zelf. Ik kan dus zeggen dat ik letterlijk het product van twee studentenverenigingen. En ik ben zeker niet de enige. Hoeveel kinderen zouden er in Vlaanderen en daarbuiten niet rondlopen wiens beide ouders actief waren in een Gentse studentenvereniging?
Een tweede sprong in de tijd, iets minder ver terug. Naar december 2020, de tweede corona lockdown, iedereen in zijn bubbel en verplicht thuiswerk. Terwijl de vele collega’s van thuis uit werkten, was ik die dag uitzonderlijk op het rectoraat. Toen ik ’s avonds thuis kwam kreeg ik van mijn vrouw de wat vreemde vraag of ik op mijn bureau niets had ontvangen. Ik antwoordde wat verrast dat ik inderdaad een attentie had ontvangen om mij te bedanken voor de steun bij de boekenverkoop (die omwille van de coronabeperkingen wat anders dan gewoon moest worden georganiseerd). Hoe mijn vrouw dat wist, kwam ik pas achteraf te weten. Het Faculteitenkonvent had via wat tussenstappen het gsm-nummer van mijn vrouw bekomen om haar te vragen of ik die dag thuis of op het rectoraat zou werken. Het lijkt misschien een wat banaal verhaal, maar ze illustreert goed hoe belangrijk verenigingen de werking voor hun medestudenten vinden. Dat de boekenverkoop door de coronabeperkingen niet zou kunnen hebben doorgaan, was voor hen geen optie. Dat ze nadien behoorlijk wat moeite namen om wie hen daarbij hielp te bedanken, is ontroerend mooi.
En zo zijn er nog tal van voorbeelden en anekdotes te vertellen. Over hoe het echt samenleven op de studentenhomes van de UGent de verdienste is van de verenigingen van het HomeKonvent en dus van de studenten zelf. Over hoe de verenigingen hun eigen kader van waarden en normen vormgeven in het doopcharter (en zo inspiratie gaven voor andere studentensteden). Over hoe politieke tegenstellingen in het Politiek en Filosofisch Konvent telkens weer in een meerstemmige consensus eindigen. Over hoe het puik organiseren van kleine, grote en zelfs massa-events van generatie op generatie studenten wordt doorgegeven.
En dat allemaal belangeloos, voor elkaar. Dat verdient mijn grootste respect. Prosit!